Ik deed het weer.
Vanmiddag toen we met ons gezin wat wandelden vlak bij ons huis sloegen we een andere weg in dan het lievelingsstukje van onze dochter, waar ze met een pontje dat zelf met de hand te bedienen is over het water kan. Ze houdt van dit pontje.
Als we wandelen, fietst ze altijd vooruit en wacht ze hoopvol op de kruising waar rechts de weg gaat naar het pontje en links de weg die mijn man en ik het liefste lopen omdat die wat langer is en we de meeste nodige beweging krijgen. Fijn om even je benen te strekken en in een flinke pas de kinderen op de fiets bij proberen te houden. Op deze kruising beslissen we soms om voor rechts te kiezen en voor het avontuur met de kinderen, maar vanmiddag kozen we voor links, lekker doorlopen langs weiland en water.
Die teleurstelling was voor onze dochter moeilijk te aanvaarden. Ze gooide haar fiets op de grond en werd ongelofelijk boos op ons. Ze weigerde nog 1 stap verder te zetten en al snel kwamen grote erbarmelijke tranen van boosheid en frustratie. Maar tranen van teleurstelling waren het nog niet. Het prikkelde mij, zoals het weleens kan doen. Het raakt me op een plek van “ah nee hè, niet dit, loop nou gewoon door”. Ik liet haar met haar fietsje staan, terwijl ze hoopte dat we alsnog haar favoriete weg in zouden slaan. Ze was niet voor rede vatbaar.
Ik liep verder, klagend tegen mijn man waarom het nou altijd zo moest gaan wanneer er iets gebeurde dat anders was dan ze gehoopt had. Uiteindelijk liep ze zachtjes door, stapte op haar fiets, maar kwam regelmatig in de berm vast te zitten in weerstand en frustratie, waardoor ik weer terug moest lopen om haar te helpen. En dit ging eventjes 5 minuutjes door.
Ik werd alsmaar meer gefrustreerd en klaagde weer bij mijn echtgenoot. Totdat plots de gedachte bij me boven kwam “Waarom help je haar niet? (ik heb geen ruimte) Waarom nodig je haar tranen van teleurstelling niet uit? (ik wil gewoon dat ze ophoudt en meekomt) Waarom moet ze van jou doorgaan en eroverheen stappen? (omdat ik eroverheen wil stappen) Waarom ben je zo hard? (omdat ik de gevoelens wat het met me doet niet wil toelaten)”.
Ik werd direct overmand door schuldgevoel en liep direct terug naar de laatste plek waar ze stil kwam te staan. Ik nam haar in mijn armen, zette haar op mijn schoot, en zat een klein momentje zo met haar. Met mijn handen stevig om haar heen. Ja dit was nu nodig. “Kom hier lief kind!”. Sjees, wat ben ik toch een domkop.
Ik zei na dit eerste momentje “Je had graag naar het pondje gewild hè?” “Jaaaa”… snikte ze… en daar kwamen de tranen van teleurstelling… zich overgevend in mijn armen…”Je bent teleurgesteld … ik zie het… dat gebeurd hè, dat we verdrietig worden om dat we het zo graag anders willen.. dat is ok… Jammer hè, dat we niet naar het pondje gingen.” Er kwamen meer tranen. En zo zaten we eventjes.
Toen het moment daar was zei ik. “Maar weet je, we moeten nu wel verder lopen, zodat we samen naar huis kunnen en we straks lekker samen kunnen eten.” Ze pakte haar fiets, stapte op en fietste weg, een beetje vooruit, dan weer wachtend op papa en mama, een beetje vooruit.. en toen plots.. daar waren lammetjes geboren en huppelden in het weiland. En weg was ze….naar het weiland.
Ook al weet ik inmiddels feilloos hoe het werkt, ook ik moet blijven werken aan mijn eigen verzachting, om mijn kinderen te kunnen geven wat ik zelf gemist heb. Met mijn emoties heeft mijn dochter niets te maken, dat is niet haar verantwoordelijkheid. Dat is mijn rugzakje, dat is mijn verhaal.. dat stopt bij mij. En ik ben volwassen genoeg om het zakje uit te pakken en ernaar te kijken, te doorleven en te kunnen genezen. Mijn dochter heeft mij gewoon nodig.