Frustratie ontstaat als iets niet gaat zoals je wilt, of gaat zoals je niet wilt. En daarom, of je nu wilt of niet, is frustratie een emotie die je als ouder vaak tegenkomt. Want in het leven van je kind gaat heel veel niet zoals het wil.
Voordat ik met het werk van Gordon Neufeld in aanraking kwam, was frustratie lange tijd niet welkom bij me. Door de voorbeelden die ik als klein meisje in mijn leven had gehad, was ik er zelfs bang voor. Ik kon en wilde frustratie niet omarmen als feit dat het een emotie is die net als alle andere emoties er gewoon bijhoort. Ik mag me gelukkig prijzen dat ik kinderen kreeg die me helpen frustratie in de ogen te kijken, door me er veel mee te confronteren.
Eén van mijn kinderen loopt altijd weg als het moeilijk is. Dat herken je misschien wel, wellicht doet jouw kind dat ook. Je zou denken met mijn studie en professie dat ik precies weet wat te doen. Dat is ook zo, ik weet wat er nodig is op een moment van frustratie, en wat ik juist moet proberen te vermijden. Én toch, er is niets zo onvoorspelbaar als de situaties waar je in belandt wanneer je een kind opvoedt. De afgelopen dagen ben ik bezig geweest met de vraag wat je doet als je kind wegloopt.
Van de week zaten we samen aan tafel te eten. Mijn dochter had het moeilijk, ze barstte uit van frustratie. Ik wist natuurlijk wat er nu ging komen. Ze duwde haar stoel agressief naar achteren, rende naar de deur en bleef even in de gang staan. Ze draaide zich om, en schreeuwde naar me “ik ga naar boven.” Iets in mij dacht “jij gaat helemaal niet naar boven, je gaat gewoon bij ons aan tafel zitten zodat we kunnen bespreken wat er nou precies gebeurde”, maar gelukkig hervond ik mijzelf in een seconde en zei tegen haar, terwijl ze al bijna boven was: “dat is goed, ga maar even naar boven, kom zo maar weer bij ons om te eten.“
Wij gingen verder, en even later kwam ze weer naar beneden, schoof haar stoel aan en ging verder met eten. Ik zei “je was gefrustreerd net he?” “Ja”, zei ze. Ik zei “ik zag het, het is ok, fijn dat je er weer bent meis.”
Zij was gefrustreerd, ik bleef kalm (ik wist wat er kwam), ik maakte ruimte voor haar emotie en verzekerde haar dat onze verbinding haar frustratie zou overleven door haar uit te nodigen om weer terug te komen. Daar zaten we dan aan tafel, weer samen.
Frustratie is geen foutje in de natuur dat we maar beter kunnen wegpoetsen. Het heeft een doel. En om aan dat doel te kunnen voldoen, heeft het ruimte nodig.
Gordon Neufeld leert ons “De eerste wet van emotie is dat het expressie nodig heeft.” Emoties drijven ons, en dat is precies de bedoeling. Emoties moeten in beweging blijven om hun werk te kunnen doen. Problemen komen als we proberen ze weg te stoppen. Misschien deden wij dat wel toen wij kind waren, of dat hebben we misschien zo geleerd, of is dat prettiger voor ons, of voor de situatie, maar we helpen onze kinderen er niet mee.
Kan jij ruimte maken voor frustratie? Bij jezelf? En bij je kinderen? Durf jij het te verwelkomen, te bekijken en te omarmen?